Onderstaand stuk komt rechtstreeks uit de algemene beschouwingen
In de begroting staan we stil wat onze maatregelen als maatschappelijk effect beogen. Over kinderen schrijft de gemeente onder andere dat ze, door het aanbieden van preventieve programma’s, gezond en veilig kunnen opgroeien. Kinderen kunnen blijven meedoen op school en aan andere activiteiten. We stimuleren deelname in het maatschappelijk leven. Wij zien een maatschappij waarin dat voor vele mensen lukt. Zij kunnen in onze gemeente op een gezonde en veilige manier opgroeien met goed onderwijs en mogelijkheden tot sport en spel.
Maar een hoogontwikkelde maatschappij heeft een grote schaduwkant. Hoe harder de trein rijdt naar maatschappelijk succes, hoe dieper het gat is voor de individu, die niet mee kan komen. Voor het kind dat geen veiligheid voelt in zijn eigen klas, voor de individu die niet op eigen kracht aan een baan komt, voor de individu die niet zonder hulpmiddel over straat kan, voor de oudere die niemand meer tegenkomt. Voor al die verschillende individuen, met individuele hulpvragen proberen wij gemeenschappelijk beleid te maken.
Wij geloven dat we individuen deels de zorg uit handen moeten nemen. Het woordje ‘deels’ is daarin onmiskenbaar. We moeten namelijk zorgen dat we hulpmiddelen of begeleiding bieden aan mensen, zodat ze zelf de kracht vinden om zichzelf door te kunnen ontwikkelen. Een goede stoep, een rolstoel, een sportabonnement of loonkostensubsidie, allemaal hulpmiddelen om iemand te activeren binnen zijn eigen capaciteit te kunnen laten deelnemen aan de maatschappij.
Deels de zorg uit handen nemen kan voor mensen met beperkingen bijvoorbeeld levensloophulpmiddelen zijn. Maar wel op zo’n niveau dat we kijken naar waar de kracht van mensen zit. Zodoende dat ze met levenslange begeleiding of hulpmiddelen toch een actieve rol kunnen spelen in onze maatschappij. Afhankelijkheid zien we namelijk als bedreiging voor een voldaan gevoel en een zinvolle beleving.
We zijn blij dat de WMO al meer in dit stramien meegaat, inzet op verzelfstandiging van mensen en tegelijkertijd langere beschikkingen afgeeft voor de mensen die gebaat zijn bij rust en duidelijkheid. Het opvangen van de klappen bij jeugdzorg zien we voor dit jaar als ons plicht. Wij steunen de organisatie voor het feit, dat we hierin niet direct zijn gaan bezuinigen. De kwetsbare jeugd verdient onze grootste steun om te voorkomen, dat ze niet nog dieper wegvallen. Een pilot als de praktijkondersteuner voor GGZ-jeugd kan hierin voor het individu het verschil maken.
Eenzame mensen en mensen met een lagere begaafdheid, keren zich vaak af tegen de maatschappij, tegelijkertijd missen zij wederkerige relaties. Door de inzet van begeleiding naar passend vrijwilligerswerk of door inzet van loonkostensubsidie kunnen zij ontdekken dat er plekken zijn in de maatschappij waar ze wel worden gewaardeerd, waar ze wel ‘gezien’ worden en waardevol kunnen zijn. We waarderen dan ook de verkenning voor loonkostensubsidie als positief.